Den Haag – De automobilist die op 22 januari van dit jaar voor flink wat schade zorgde, hoorde vandaag een stevige uitspraak van de rechter. Als het aan de rechtbank ligt gaat de man voor zes maanden de gevangenis in.
In de nacht van donderdag op vrijdag 22 januari kreeg de politie meerdere meldingen van een automobilist die over de weg slingerde. Ook werd gemeld dat de automobilist op verschillende plekken in Den Haag tegen geparkeerde auto’s was gereden.
Op de Capadosestraat in het Haagse Laakkwartier zag een bewoner dat de automobilist opnieuw tegen meerdere geparkeerde auto’s reed. De bewoner ging op de weg staan om de bestuurder tot stoppen te dwingen. De bestuurder gaf daarop extra gas. De bewoner sprong opzij maar werd toch door de auto geraakt. De bewoner hield er wonder boven wonder weinig letsel aan over.
Op de Lekstraat zagen twee fotografen van persbureau District8 de man rijden. Omdat de auto toen al flink beschadigd was viel deze op. Tijdens de dollemansrit raakte de man op de Agrippinastraat in Voorburg nogmaals een geparkeerde auto.
Zelfs toen op de Binckhorstlaan zijn motorkap omhoog ging en deze het zicht van de bestuurder wegnam bleef hij doorrijden. De dollemansrit eindigde op de Plutostraat toen hij door de politie werd klemgereden.
Op het politiebureau weigerde de man om mee te werken aan een ademanalyse.
De verdachte moest zich vandaag verantwoorden bij de rechter. De verdachte werd meerdere feiten ten laste gelegd. Het verlaten van de plaatsen van zeven ongevallen, het opzettelijk inrijden op de bewoner aan de Capadosestraat en het niet meewerken aan een onderzoek op de ademanalyse.
De rechter vroeg aan de verdachte wat hij nog wist van de incidenten. Zijn enige antwoord was dat hij spijt had van zijn rijgedrag, maar dat hij niks meer weet van die nacht.
De Officier van Justitie vond dat er genoeg bewijs was om alle strafbare feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Hij eiste dan ook een flinke straf. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van zijn voorarrest. Ook eiste de Officier een rijontzegging van twaalf maanden.
De advocaat van de verdachte kreeg de mogelijkheid om hierop te reageren. Volgens de verdediging konden alle drie de feiten niet wettig en overtuigend worden bewezen.
Volgens de verdediging kon niet vast worden gesteld dat zijn cliënt in het voertuig reed tijdens de zeven aanrijdingen. Ook was volgens zijn raadsman weinig bewijs voor de aanrijdingen. Dat zijn cliënt niet meewerkte aan de ademanalyse was ook niet waar. Volgens de raadsman werd dit driemaal gevraagd en werd hiervoor geen bevel gegeven.
De rechter was heel duidelijk in zijn uitspraak. Alle drie de feiten werden wettig en overtuigend bewezen. Om die reden ging de rechter mee in de uitspraak van de Officier van Justitie. Een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van zijn voorarrest en een rijontzegging van twaalf maanden werd opgelegd aan de verdachte.
